ENGIE ondertekent een overeenkomst met de Belgische regering over de verlenging van de kerncentrales Tihange 3 en Doel 4 en alle verplichtingen rond nucleair afval
Op 29 juni 2023 hebben ENGIE en de Belgische regering een tussentijdse overeenkomst ondertekend waarin de voorwaarden voor de verlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 zijn vastgelegd. Deze overeenkomst beoogt een evenwichtige verdeling van de risico's tussen beide partijen en het wegwerken van onzekerheden over de evolutie van de provisies verbonden met het beheer van al het nucleair afval.
De overeenkomst herneemt het niet-bindende principeakkoord van 9 januari 2023 en bevat de volgende bepalingen en voorwaarden:
- een verbintenis van beide partijen om alles in het werk te stellen om de nucleaire eenheden Doel 4 en Tihange 3 al in november 2026 of, onder voorbehoud van de effectieve uitvoering van een aangekondigde versoepeling van de regelgeving, al in november 2025 opnieuw op te starten, met als doel de Belgische elektriciteitsbevoorradingszekerheid te versterken;
- de oprichting van een juridische structuur voor de twee verlengde nucleaire eenheden, die in gelijke mate eigendom is van de Belgische Staat en ENGIE, waardoor de belangen van de twee partijen in lijn worden gebracht en de continuïteit van hun verbintenissen wordt gewaarborgd;
- het economisch model voor de verlenging, met een evenwichtige verdeling van de risico's, met name via een Contract for Difference-mechanisme, en met een incentive voor de industriële uitbater om de goede technische en economische prestaties van de installaties te verzekeren;
- een akkoord over het vastleggen van een forfaitair bedrag voor de toekomstige kosten verbonden met het beheer van kernafval[1], op basis van een nieuw scenario bepaald door NIRAS, met betrekking tot alle nucleaire installaties van ENGIE in België, voor een totaalbedrag van 15 miljard euro. Dit bedrag is betaalbaar in twee schijven, bij de closing in het eerste semester in 2024 voor het categorie B- en C-afval en bij de opstart van de LTO[2] voor het categorie A-afval.
Door de overdracht van alle verplichtingen rond nucleair afval aan de Belgische overheid zal ENGIE niet langer worden blootgesteld aan wijzigingen van de toekomstige kosten voor afvalbeheer, die om de drie jaar door de Commissie voor Nucleaire Voorzieningen ("CNV") worden geëvalueerd. Daar staat tegenover dat de groep ENGIE zijn toegenomen verplichtingen in het kader van deze overeenkomst zal boeken als een niet-recurrente inkomstenlast voor het boekjaar 2023. Dit zal, na de aanpassing van de nucleaire provisies, ongeveer 4,5 miljard euro vóór belastingen bedragen. De groep verwacht een stijging van de economische nettoschuld in dezelfde orde van grootte.
De uitvoering van dit akkoord, onder voorbehoud van de ondertekening van de definitieve overeenkomsten (gepland voor eind juli 2023), wijzigt niets aan de strategische en financiële vooruitzichten van ENGIE op middellange termijn die in februari 2023 werden voorgesteld, noch op het vlak van recurrente inkomsten, noch op het vlak van krediet, investeringen en dividendbeleid. Het akkoord voorziet ook in de opheffing van de beperkingen op bepaalde activa van Electrabel.
Catherine MacGregor, gedelegeerd bestuurder: "Na verschillende maanden van intense en constructieve dialoog met de Belgische regering zijn we verheugd over de ondertekening van deze evenwichtige overeenkomst voor beide partijen. Het geeft ENGIE de nodige zichtbaarheid over de totale kosten van het beheer van nucleair afval en vermindert aanzienlijk de risico's die gepaard gaan met de verlenging van de twee eenheden. Dit is een nieuwe fundamentele stap in de richting van de verlenging van Doel 4 en Tihange 3, waarvoor ENGIE zich volledig en op een verantwoorde manier engageert.”
[1] Er zijn drie afvalcategorieën: categorie A, laagradioactief afval bestemd voor berging aan de oppervlakte, en categorieën B en C, hoogradioactief afval bestemd voor geologische berging. Deze categorieën zijn op hun beurt onderverdeeld in verschillende families van afval (~50 families in totaal).
[2] Long Term Operations