Milieubescherming, ons engagement
Hier volgen enkele voorbeelden.
Het avontuur van een lokale industriële speler die de terril van Hénâ teruggeeft aan de natuur
In 2016 startte ENGIE met het verwijderen van de as die was opgeslagen in de valleien van Hénâ en Fagnes met als doel er opnieuw een biodiverse groenzone van te maken. Deze vliegassen zijn een restproduct van de verbranding van steenkool in de jaren 50 tot 70 door de nabijgelegen elektriciteitscentrale van Awirs. De as wordt geëvacueerd door binnenschepen en krijgt een tweede leven in de Belgische cementbedrijven waar ze wordt gerecycleerd. Wanneer alle as verwijderd is, worden de valleien teruggegeven aan de natuur en zal er opnieuw plaats zijn voor biodiversiteit.
Is dit geen mooi verhaal over een afgeronde levenscyclus van een industriël site? Kom meer te weten over het project van de terril van Hénâ.
Hoe kunnen we windenergie blijven maken en tegelijk een bedreigde diersoort als de vleermuis beschermen?
Windturbines trekken grote concentraties insecten aan door de warmte die ze afgeven. Die insecten lokken op hun beurt vleermuizen aan die, jagend op hun maaltijd, het risico lopen om geraakt te worden door de wieken of het slachtoffer kunnen worden van hun turbulentie. Vandaag worden windturbines periodiek stilgezet op bepaalde tijdstippen. Deze werkwijze is niet optimaal. Niet voor de bescherming van de vliegende zoogdiertjes, noch voor de productie van groene energie.
Om die reden heeft ENGIE in de zomer van 2019, en in samenwerking met haar onderzoekscentra ENGIE Laborelec en ENGIE Lab CRIGEN, een test gelanceerd en nauwkeurige apparatuur geïnstalleerd die aanwezigheid van vleermuizen detecteert op een van haar windturbines in Modave. Als de resultaten positief zijn, kan de test worden uitgebreid naar andere windparken in Frankrijk of in Europa.
Deze test is een Europese primeur en geeft vleugels aan onze windprojecten!
ENGIE laat biodiversiteit en windenergie hand in hand gaan
Alle menselijke activiteiten hebben een impact op het milieu. Windprojecten vormen hierop geen uitzondering. Of het nu tijdens de studiefase van het windpark is, of tijdens de bouw of de exploitatie ervan, op basis van de drie basisprincipes: vermijden, beperken en compenseren, houden we op elk ogenblik rekening met het respect voor de biodiversiteit. Op deze manier nemen we een reeks maatregelen die de biodiversiteit, en in het bijzonder de vogels en de vleermuizen, moeten beschermen.
Milieueffectenrapporten die vóór de bouw van windprojecten en met de hulp van erkende en onafhankelijke onderzoeksbureaus worden uitgevoerd, kunnen ervoor zorgen dat een windturbine wordt verplaatst of dat een project wordt stopgezet om bvb. een migratie van dieren te vermijden. Ook tijdens het nest- en broedseizoen kan de bouw worden stilgelegd. Daarnaast kunnen agromilieumaatregelen worden genomen zoals het aanleggen van heggen, in Sterpenich, of zelfs grasstroken, in Lincent.
Biogroentjes kweken in de moestuin van de ENGIE Tower: het schept een band
Sinds de lente van 2017 groeien er biogroentjes en -fruit in een moestuin die werd aangeplant op het binnenplein van de ENGIE hoofdzetel aan het Noordstation. Onder leiding van onze partner Skyfarms, ontpoppen dertig collega's zich twee keer per week tot gemotiveerde tuinmannen en -vrouwen. Ze leren ongeveer 30 soorten biologische groenten en fruit telen. En, het mooiste van al is dat de helft van de jaarlijkse opbrengst wordt geschonken aan een lokale hulporganisatie die zich inzet voor vluchtelingen in de buurt van het Noordstation.
De moestuin is een groot succes. Maar, Covid-19 verplichtte ons het tuingereedschap voor een jaartje op te bergen en het vierde teeltseizoen af te blazen. We hervatten het tuinieren in het voorjaar van 2021.
Valken voor iedereen
In 1994 lanceerden Electrabel en het Fonds voor Instandhouding van Roofvogels (F.I.R.) een project om de terugkeer van de slechtvalk te bevorderen. In de Belgische energiecentrales werden nestkasten geplaatst op de flanken van koeltorens en schoorstenen. Sindsdien is het aantal succesvolle broedplaatsen in onze Belgische centrales flink toegenomen. Dankzij dit project verhoogde ook het aantal nestplaatsen op kliffen en rotswanden in de vrije natuur. Onder leiding van Werkgroep Slechtvalk Nederland wordt bij onze noorderburen een identiek project uitgevoerd.
Vandaag blijft de ENGIE Groep, samen met het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, zich inzetten voor de slechtvalk met het project: Falcons for all.
De Stichting ENGIE laat iedereen genieten van al het goede van de natuur
De Stichting ENGIE steunt twee verenigingen die de natuur toegankelijk maakt voor mensen met een handicap.
Het Centrum Ganspoel in Huldenberg creëert een zintuigentuin voor kinderen, jongeren en volwassenen met een visuele beperking en met andere handicaps. De tuin heeft voor deze mensen een dubbele functie: hen laten genieten van alle voordelen die de natuur biedt en een band scheppen met de buurt.
In Saive organiseert de vzw 'Les enfants de Saive aux champs' buitenactiviteiten voor de schoolkinderen van het Buitengewoon Onderwijs type 4. Het is niet altijd makkelijk om deze kinderen te laten bewegen, vooral tijdens uitstapjes in de vrije natuur. De vzw zal een buitenruimte, die vandaag niet wordt gebruikt door de school, omtoveren tot een zintuigentuin voor de leerlingen.
In Doel en Tihange denken we aan de natuur
De centrales van Doel en Tihange worden gekoeld met het water van de Schelde en de Maas. Om de vissen te beschermen is er een filtersysteem geïnstalleerd bij de waterinlaten van de centrales. Daarenboven zorgen geluidsgolven ervoor dat de vissen uit de buurt blijven van de wateropvangpunten. Vissen die toch onderschept zouden worden, kunnen dankzij een terugkeersysteem naar hun biotoop terugzwemmen.
De elektriciteitscentrale van Tihange steunt het project 'Réseau Nature' van Natagora, de Franstalige tegenhanger van Natuurpunt. Zo heeft Electrabel, samen met Natagora, het groenlandschap op de site hertekend. Op twee hectare land werden bloemenweiden, heggen, wetlands en bosgebieden aangelegd. Er zijn ook 4 bijenkorven geplaatst die worden beheerd door een lokale imker. Daarnaast werd een nieuwe helling aangeplant met inheemse plantensoorten zoals: meidoorn, kornoelje, haagbeuk en veldesdoorn.